De verwijzende rechter stelt aan het Hof een vraag over het feit dat de service-residenties, de centra voor dagopvan
g en de centra voor nachtopvang, door de werking van de in het geding zijnde bepalingen van de ordonnantie, een voorlopige werkingsvergunning en vervolgens een erkenning moeten verkrijgen om hun activiteiten te kunnen uitoefenen, waardoor zij op identieke wijze worden behandeld als andere bejaardenvoorzieningen die zich in objectief verschillende situaties zouden bevinden, namelijk de rusthuizen, de centra voor dagverzorging, de voorzieningen die over bedden voor kortverblijf beschikken en de woningen voor bejaarden die nie
...[+++]t aan de genoemde richtlijn zijn onderworpen.Der vorlegende Richter befragt den Gerichtshof darüber, dass durch die Wirkung der betreffenden Ordonnanzbestim
mungen die betreuten Wohnungen, die Tagesbetreuungszentren und die Nachtbetreuungszentren eine vorläufige Betriebserlaubnis und anschließend eine Zulassung erhalten müssten, um ihre Tätigkeiten ausüben zu können, so dass sie folglich auf die gleiche Weise behandelt würden wie andere Senioreneinrichtungen, die sich in objektiv unterschiedlichen Situationen befänden, nämlich die Altenheime, die Tagespflegestätten, die Einrichtungen, die über Betten für Kurzaufenthalte verfügten, und die Seniorenwohnungen, die nicht der vorerwähnte
...[+++]n Richtlinie unterlägen.