Het gaat hierbij niet alleen om uitkeringen bij werkloosheid of het zoeken van een baan, maar om het opzetten van instanties en programma’s die een wisseling van baan actief ondersteunen of er in elk geval voor zorgen dat uit deze wisseling (en uit “overgangsfasen” bijv. tijdens opleiding of verlof) geen nadelen voortvloeien.
Zentral ist vielmehr auch die Bereitstellung von Institutionen und Programmen, die aus einem Wechsel des Beschäftigungsverhältnisses (und in „Übergangsphasen“ wie Ausbildung, Karenz) keine Nachteile entstehen lassen bzw. aktive Unterstützung bieten.