Twee producenten/exporteurs en enkele importeurs beweerden dat, in tegenstelling tot de bevindingen waarvan sprake is in overweging 95 van de voorlopige verordening, andere landen dan China, met name Brazilië en India, gebruik hebben gemaakt van de sterke euro om hun verkoop op de markt van de Gemeenschap fors te vergroten.
Zwei ausführende Hersteller und einige Einführer behaupteten, dass entgegen den Feststellungen unter Randnummer 95 der vorläufigen Verordnung andere Länder als die VR China, insbesondere Brasilien und Indien, sich die Stärke des Euros zunutze machten, um ihre Verkäufe auf den Gemeinschaftsmarkt erheblich zu steigern.