Met zijn vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen, of artikel 11, sub b, van de richtlijn aldus moet worden uitgelegd, dat het verbod om obligatieleningen aan belasting te onderwerpen, ook geldt voor de belasting op notariële akten waarbij de terugbetaling van een lening wordt vastgesteld, en zo ja, of een dergelijke belasting onder de met name in artikel 12, lid 1, sub d, van de richtlijn bepaalde afwijking kan vallen.
Mit seiner Frage möchte das vorlegende Gericht im wesentlichen wissen, ob Artikel 11 Buchstabe b der Richtlinie dahin auszulegen ist, dass das Verbot der Besteuerung von Obligationsanleihen auf die Steuer auf notarielle Urkunden Anwendung findet, mit denen die Rückzahlung einer Anleihe bescheinigt wird, und, wenn ja, ob zugunsten dieser Steuer die insbesondere in Artikel 12 Absatz 1 Buchstabe d der Richtlinie vorgesehene Ausnahme angewendet werden kann.