Het bezwaar van de verzoekende partijen is daarentegen niet gegrond in zoverre de bestreden bepaling niet in een uitzondering voorziet zoals die welke is bedoeld in artikel 10, § 2, vijfde lid, van de wet van 15 december 1980, nu de bijzondere situatie van de vluchtelingen die in die bepaling wordt beoogd, niet kan worden vergeleken met de situatie waarin de gezinshereniger een Belg is.
Die Beschwerde der klagenden Parteien ist hingegen unbegründet, insofern in der angefochtenen Bestimmung keine Ausnahme wie diejenige im Sinne von Artikel 10 § 2 Absatz 5 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 vorgesehen ist, da die besondere Situation der Flüchtlinge im Sinne dieser Bestimmung nicht mit jener Situation verglichen werden kann, in der der Zusammenführende ein Belgier ist.