22. bevestigt nogmaals het in paragraaf 34 van de hierboven vermelde resolutie van 12 april 2005 en in zijn resoluties van 21 april 2004 en 8 april 2003 tot uitdrukking gebrachte standpunt dat “het toepassingsgebied van de kwijtingsprocedure niet alleen de beheersactiviteiten van de secretaris-generaal van het Parlement en de Administratie dient te omvatten, maar ook de besluiten, die door de bestuurlijke organen van de instelling, namelijk de Voorzitter, het Bureau en de Conferentie van voorzitters, zijn genomen”;
22. bekräftigt zum wiederholten Male die in Ziffer 34 seiner oben erwähnten Entschließung vom 12. April 2005 und in seinen Entschließungen vom 21. April 2004 und vom 8. April 2003 zum Ausdruck gebrachte Auffassung, "dass der Geltungsbereich des Entlastungsverfahrens nicht nur die Managementtätigkeiten des Generalsekretärs des Parlaments und die Verwaltung abdecken sollte, sondern auch die Beschlüsse, die die Entscheidungsgremien des Organs, nämlich sein Präsident, das Präsidium und die Konferenz der Präsidenten, gefasst haben“;