nationaal toerisme, namelijk de toeristische vraag die betrekking heeft op de deelname aan het toerisme en de kenmerken van toeristische reizen en bezoekers, voor de in bijlage II, delen 1 en 2, vastgestelde variabelen, periodiciteit en onderverdelingen;
den nationalen Tourismus, im Hinblick auf die touristische Nachfrage betreffend die Teilnahme am Tourismus sowie die Merkmale von Urlaubsreisen und Reisenden für die Variablen, die Periodizität und die Untergliederungen, die in Anhang II Abschnitte 1 und 2 festgelegt sind;