Gezien het feit dat de communautaire rechtsorde nationale parlementen het recht waarborgt om, in geval van niet-naleving van het subsidiariteitsbeginsel, klacht in te dienen bij het Hof van Justitie, zou het een onredelijke asymmetrie zijn om het Europees Parlement niet het recht toe te kennen om in rechte op te treden of ten minste partij te zijn in een proces dat betrekking heeft op zijn eigen prerogatieven en dat dient voor een nationale rechter.
Angesichts der Tatsache, dass die gemeinschaftliche Rechtsordnung das Recht der nationalen Parlamente anerkennt, im Falle einer Verletzung des Subsidiaritätsprinzips vor dem Gerichtshof tätig zu werden, würde es eine unangemessene Asymmetrie darstellen, wenn umgekehrt dem Europäischen Parlament nicht das Recht eingeräumt würde, vor Gericht tätig zu werden oder zumindest an Verfahren beteiligt zu sein, wenn es vor nationalen Gerichten um die Vorrechte des Europäischen Parlaments geht.