2. Lidstaten die een nationale antigeen- en vaccinbank aanhouden en lidstaten die geassocieerd zijn met een internationale antigeen- en vaccinbank, hebben ten aanzien van de communautaire antigeen- en vaccinbank dezelfde rechten en plichten als lidstaten zonder die reservevoorraden.
(2) Mitgliedstaaten, die eine nationale Antigen- und Impfstoffbank unterhalten, oder Mitgliedstaaten, die einer internationalen Antigen- und Impfstoffbank angeschlossen sind, haben dieselben Rechte und Pflichten gegenüber der gemeinschaftlichen Antigen- und Impfstoffbank wie andere Mitgliedstaaten, die über derartige Vorräte nicht verfügen.