61. Wat in de derde plaats meer bepaald de keuzes betreft die moeten worden gemaakt bij het uitwerken van de nationale steunregelingen voor warmtekrachtkoppeling en de productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, die de richtlijnen 2004/8 en 2001/77 beogen te bevorderen, blijkt uit deze richtlijnen dat de lidstaten op dit gebied een ruime beoordelingsbevoegdheid behouden.
61. Drittens ist den Richtlinien 2004/8 und 2001/77 zu entnehmen, dass den Mitgliedstaaten für die Entscheidungen, die bei der Erarbeitung nationaler Regelungen zur Förderung der Kraft-Wärme-Kopplung und der Stromerzeugung mittels erneuerbarer Energiequellen, die durch diese Richtlinien gefördert werden sollen, zu treffen sind, ein weites Ermessen verbleibt.