4. herhaalt dat het belangrijk is het recht van elke democratie om – met eerbiediging van de mensenrechten en het beginsel van niet-discriminatie – te discussiëren over nationale wetten en voorschriften, deze te wijzigen en nieuwe wetten en bepalingen aan te nemen, te respecteren en zich niet te mengen in de debatten van nationale parlementen;
4. wiederholt, wie wichtig es ist, das Recht jeder Demokratie zu achten, in völliger Übereinstimmung mit den Menschenrechten und dem Prinzip der Nichtdiskriminierung über nationale Rechte und Vorschriften zu diskutieren, sie zu verändern und zu verabschieden, ohne dass es Eingriffe in die Debatten der nationalen Parlamente gibt;