31. herinnert eraan dat EU-burgers op het grondgebied van een derde land waar de lidstaat waarvan zij de nationaliteit hebben niet is vertegenwoordigd, recht hebben op bescherming door diplomatieke of consulaire autoriteiten van elke andere lidstaat onder dezelfde voorwaarden als die gelden voor personen met de nationaliteit van die lidstaat, en benadrukt het belang van een dergelijke bepaling als principekwestie;
31. weist darauf hin, dass die EU-Bürger im Gebiet eines Drittstaates, in dem der Mitgliedstaat, dessen Staatsbürgerschaft sie besitzen, nicht vertreten ist, ein Recht auf Schutz durch die diplomatischen oder konsularischen Behörden eines jeden anderen Mitgliedstaats haben, und zwar zu den gleichen Bedingungen wie die Staatsangehörigen dieses Mitgliedstaates, und betont, dass eine solche Vorschrift Grundsatzcharakter hat;