In zoverre de bestreden bepalingen, voor twee categorieën van kandidaat-vluchtelingen, de maatschappelijke dienstverlening in contanten die zij voorheen genoten, door een maatschappelijke dienstverlening in natura vervangen, ontzeggen zij hun op discriminerende wijze het standstill-effect dat gekoppeld is aan het bij artikel 23, derde lid, 2°, van de Grondwet gewaarborgde recht op sociale bijstand.
Insofern die angefochtenen Bestimmungen zwei Kategorien von Asylbewerbern die Sozialhilfe in bar, die sie vorher erhalten hätten, durch eine Sozialhilfe in natura ersetzten, entzögen sie ihnen auf diskriminierende Weise die Stillhaltewirkung, die an das durch Artikel 23 Absatz 3 Nr. 2 der Verfassung garantierte Recht auf Sozialbeistand gekoppelt sei.