In gevallen waarin er meer dan een nauw gelijkende productsoort was, heeft de Commissie de uitgevoerde productsoort vergeleken met de goedkoopste productsoort die door de bedrijfstak van de Unie werd verkocht, ongeacht of deze productsoort een dikkere of dunnere ondergrond had. Bijgevolg werd een correctie voor fysieke verschillen niet nodig geacht.
Sofern es mehr als einen sehr ähnlichen Warentyp gab, verglich die Kommission den ausgeführten Warentyp mit dem billigeren auf dem Unionsmarkt verkauften Warentyp, und zwar ohne Rücksicht darauf, ob das Substrat bei diesem billigeren Warentyp dicker oder dünner war. Somit erschien eine Berichtigung für Unterschiede bei den materiellen Eigenschaften überflüssig.