8. BENADRUKT dat de Gemeenschap moet nagaan op welke gebieden zij het meest doeltreffend kan optreden, en vervolgens passende strategieën moet opstellen en uitvoeren, zulks in nauwe samenwerking met de lidstaten en rekening houdend met de belangrijke culturele en sociaal-economische verschillen tussen de lidstaten;
8. HEBT HERVOR, daß die Gemeinschaft prüfen sollte, in welchen Bereichen sie am wirksamsten tätig werden könnte; sodann sollte sie in enger Zusammenarbeit mit den Mitgliedstaaten geeignete Strategien ausarbeiten und durchführen, wobei die beträchtlichen kulturellen und sozio-ökonomischen Unterschiede zwischen den Mitgliedstaaten zu berücksichtigen sind;