Het rechtszekerheidsbeginsel is een algemeen rechtsbeginsel van de Unie dat in het bijzonder verlangt dat een regeling die nadelige gevolgen voor particulieren heeft, duidelijk en nauwkeurig is en dat de toepassing ervan voor de justitiabelen voorzienbaar is (zie arresten van 14 april 2005, België/Commissie, C‑110/03, Jurispr. blz. I‑2801, punt 30; 7 juni 2007, Britannia Alloys Chemicals/Commissie, C‑76/06 P, Jurispr. blz. I‑4405, punt 79, en 14 januari 2010, Stadt Papenburg, C‑226/08, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 45).
Der Grundsatz der Rechtssicherheit stellt einen allgemeinen Grundsatz des Unionsrechts dar, der u. a. gebietet, dass eine Regelung, die nachteilige Folgen für Einzelne hat, klar und bestimmt und ihre Anwendung für die Einzelnen voraussehbar sein muss (vgl. Urteile vom 14. April 2005, Belgien/Kommission, C‑110/03, Slg. 2005, I‑2801, Randnr. 30, vom 7. Juni 2007, Britannia Alloys Chemicals/Kommission, C‑76/06 P, Slg. 2007, I‑4405, Randnr. 79, und vom 14. Januar 2010, Stadt Papenburg, C‑226/08, Slg. 2010, I‑0000, Randnr. 45).