Wanneer de ontsluiting van een gebied of van een deel van een gebied waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is, betrekking heeft op één of meer bestemmingen die niet voor bebouwing bestemd zijn, neemt de desbetreffende vergunning akte van, voor de betrokken percelen, van de bestemming bedoeld in artikel D.II. 20, lid 3, en levert het bewijs van deze bestemming t.o.v. de criteria van paragraaf 2, eerste lid.
Wenn die Verwertung eines Gebiets oder des Teils eines Gebiets für konzertierte kommunale Raumplanung eine oder mehrere nicht zur Verstädterung bestimmte Zweckbestimmungen betrifft, hält die diesbezügliche Genehmigung für die betreffende(n) Parzelle(n) die in Artikel D.II. 20, Absatz 3 erwähnte Zweckbestimmung fest und rechtfertigt diese Zweckbestimmung hinsichtlich der Kriterien des Paragraphen 2, Absatz 1.