1. De lidstaten kunnen regionale, lokale, functionele of andere instanties die operationele besluiten kunnen nemen, opdracht geven om binnen hun respectieve bevoegdheden zorg te dragen voor het situationeel bewustzijn en reactievermogen, met inbegrip van de taken en verantwoordelijkheden bedoeld in artikel 5, lid 3, onder b), d) en e).
1. Die Mitgliedstaaten können regionalen, lokalen, funktionalen oder anderen Behörden, die operative Entscheidungen treffen können, die Aufgabe übertragen, in ihrem jeweiligen Zuständigkeitsbereich ein angemessenes Lagebewusstsein und eine Reaktionsfähigkeit zu gewährleisten, darunter die in Artikel 5 Absatz 3 Buchstaben b, d und e genannten Aufgaben und Befugnisse.