2. De bevoegde autoriteiten hebben de bevoegdheid om met betrekking tot iedere op hun grondgebied gevestigde instelling of jegens de personen die deze instelling besturen alle maatregelen te nemen, waaronder, waar passend, maatregelen van bestuursrechtelijke en geldelijke aard, die geschikt en noodzakelijk zijn om eventuele onregelmatigheden die de belangen van de deelnemers en de pensioengerechtigden kunnen schaden, te voorkomen of ongedaan te maken.
(2) Die zuständigen Behörden sind befugt, entweder in Bezug auf jede Einrichtung mit Standort in ihrem Hoheitsgebiet oder in Bezug auf die die Einrichtungen betreibenden Personen alle Maßnahmen - gegebenenfalls auch administrativer oder finanzieller Art - zu ergreifen, die geeignet und notwendig sind, um Unregelmäßigkeiten zu verhindern oder zu unterbinden, die den Interessen der Versorgungsanwärter und Leistungsempfänger schaden.