Ik ben van mening dat in een rechtsstaat aan niemand voorwaarden kunnen worden opgelegd voor de toegang tot informatie en het gebruik van de elektronische-communicatienetwerken zonder dat op strikte wijze de hand wordt gehouden aan het principe van vermoeden van onschuld. De beperking van de toegang moet namelijk verplicht worden voorafgegaan door een rechtvaardige en onpartijdige procedure, die een garantie biedt voor het recht van de betrokkenen om gehoord te worden en daadwerkelijke rechtsbescherming te genieten.
Ich denke, dass die Rechtsstaatlichkeit diktiert, dass der Zugang zur Information und die Nutzung elektronischer Kommunikationsnetze für niemanden zum Gegenstand von Bestimmungen gemacht werden kann, ohne dass diese in strenger Übereinstimmung mit dem Grundsatz der Unschuldsvermutung erfolgt. Der Beschränkung des Zugangs müssen ferner vorherige, faire und unparteiische Verfahren, die das Recht auf Anhörung und auf wirksamen Rechtsbehelf schützen, vorausgehen.