11. verzoekt de lidstaten en hun nationale parlementen werk te maken van de taakverdelingsagenda, met name zoals deze is uiteengezet in de bovengenoemde gedragscode inzake de taakverdeling in ontwikkelingsbeleid, en om werkbare plannen te maken voor de wijze waarop zij voornemens zijn deze uit te voeren, teneinde de Europese hulpinspanningen te verbeteren en tegelijkertijd te waarborgen dat deze agenda ook van partnerlanden uitgaat, en niet alleen van donorlanden;
11. fordert die Mitgliedstaaten und ihre nationalen Parlamente auf, sich für eine bessere Arbeitsteilung einzusetzen, insbesondere wie sie im oben genannten Verhaltenskodex für Arbeitsteilung in der Entwicklungspolitik vorgesehen ist, und gangbare Wege für deren Umsetzung zu erarbeiten, um die europäischen Hilfemaßnahmen zu verbessern und gleichzeitig dafür Sorge zu tragen, dass dieses Ziel auch von den Partnerländern und nicht allein von den Gebern verfolgt wird;