De verzoekende partijen in de zaak nr. 6190 zijn van oordeel dat de bestreden artikelen strijdig zijn met artikel 23, derde lid, 4°, van
de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van de Habitatrichtlijn, omdat de verplichtingen van de Habitatrichtlijn ook zouden gelden voor exploitaties die niet kunnen worden gekwalificeerd als « project » in de zin van artikel 6, lid 3, van de Habitatrichtlijn, zodat de Habitat
richtlijn niet voor altijd aan een initiatiefnemer een recht verleent om een bepaalde activiteit uit te oef
...[+++]enen.
Die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 6190 sind der Auffassung, dass die angefochtenen Artikel im Widerspruch zu Artikel 23 Absatz 3 Nr. 4 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 6 der Habitatrichtlinie, stünden, weil die Verpflichtungen der Habitatrichtlinie auch für Betriebe gelten würden, die nicht als « Projekt » im Sinne von Artikel 6 Absatz 3 der Habitatrichtlinie eingestuft werden können, sodass die Habitatrichtlinie nicht immer einem Initiator ein Recht verleihe, eine bestimmte Tätigkeit auszuüben.