3. « Schendt artikel 51, derde lid, van de faillissementswet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat het de curator die op eigen initiatief of in opdracht van de voorzitter van de rechtbank van koophan
del overgaat tot de tegeldemaking van een in pand gegeven handelsfonds de verplichting oplegt om, wanneer de gelden afkomstig va
n die tegeldemaking niet of niet tijdig bij de Deposito- en Consignatiekas worden gedeponeerd, verwijlintresten, gelijk aan de wettelijke intrest, te betalen op de sommen die niet z
...[+++]ijn gestort, terwijl elke andere door de voorzitter van de rechtbank van koophandel aangewezen vereffenaar van het pand niet aan die sanctie wordt onderworpen ?3. « Verstösst Artikel 51 Absatz 3 des Konkursgesetzes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn er dahingehend ausgelegt wird, dass er den Konkursverwalter, der aus eigener Initiative oder im Auftrag des Präsidenten des Handelsgerichts die Realisierung eines gepfändeten Handelsfonds veranlasst, dazu verpfli
chtet, im Falle der Nichteinzahlung oder der verspäteten Einzahlung der Gelder aus dieser Realisierung bei der Hinterlegungs- und Konsignationskasse, Verzugszinsen gleich dem gesetzlichen Zinssatz für die nicht eingezahlten Summen zu zahlen, während jeder andere vom Präsidenten des Handelsgerichts bestimmte Liquidator des Pfand
...[+++]es dieser Sanktion nicht unterliegt?