a) weefsels met ketting en inslag (fluweel daaronder begrepen), in banden met een breedte van niet meer dan 30 cm en met echte zelfkanten, en van het stuk afgesneden stroken weefsel met een breedte van niet meer dan 30 cm, die zijn voorzien van aangeweven, gelijmde of anderszins aangebrachte onechte zelfkanten;
a) Schmalgewebe mit Kette und Schuß (einschließlich Samt), mit einer Breite von 30 cm oder weniger, mit echten Webkanten, und Streifen, aus Geweben mit Kette und Schuß geschnitten, mit einer Breite von 30 cm oder weniger, mit unechten (gewebten, geklebten oder in anderer Weise hergestellten) Webkanten;