Vertaling van "niet gebeurt lopen " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

dier dat niet kan lopen
laufunfähiges Tier

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Als dat niet gebeurt, lopen we risico dat Europa binnen een paar jaar achterop raakt, vooral vergeleken met de VS.
Ein Scheitern birgt das Risiko, dass Europa innerhalb nur weniger Jahre insbesondere im Vergleich zur USA ins Hintertreffen gerät.

Ten eerste steun ik de vijftraps-afvalhiërarchie, maar een flexibele toepassing ervan moet per geval afzonderlijk worden bekeken. Als dat niet gebeurt, lopen wij het risico dat deze aanpak wel tot veel geblaat, maar tegelijkertijd ook tot weinig wol leidt.
Erstens unterstütze ich die fünfstufige Abfallhierarchie, allerdings sollte Flexibilität nur von Fall zu Fall geltend gemacht werden, weil wir anderenfalls das Risiko eingehen, dass dieser Ansatz wirkungslos wird.

Als dit niet gebeurt, ben ik bang dat er geen oplossing en positieve resultaten mogelijk zijn, vooral voor degenen wiens onmiddellijke vrijlating we op dit moment eisen, maar ook voor groepen mensen die op dit moment duidelijk bedreigd worden en die gevaar lopen door een groot aantal factoren, niet alleen de guerrillagroeperingen maar ook andere elementen.
Ansonsten befürchte ich, dass es keine Lösung und keine positiven Resultate geben wird, besonders für jene nicht, deren unverzügliche Freilassung wir heute fordern, aber auch nicht für jene Gruppen, die jetzt infolge zahlreicher Faktoren, nicht nur durch Guerillagruppen, sondern auch durch andere Elemente, direkt bedroht und gefährdet sind.

Het zou voorts zeer wenselijk zijn de op KMO's gerichte initiatieven te versterken. Gebeurt dit niet dan bestaat het gevaar dat slechts een klein aantal sterke en invloedrijke economische sectoren baat zal hebben van de hernieuwde communautaire inzet voor markttoegang en dat de bedrijven die momenteel nog steeds het grootste deel van de economische infrastructuur vormen er de voordelen niet van zullen plukken en een grotere kans lopen het slachtoffer te worden van concurrentiebeperkende praktijken op andere gebieden.
Zudem wäre sehr zu wünschen, dass die Initiativen zugunsten von KMU gestärkt werden, sonst bestünde die Gefahr, dass die Vorteile des verstärkten Eintretens der Gemeinschaft für die Marktöffnung auf wenige starke und einflussreiche Wirtschaftsbereiche beschränkt bleiben, ohne dass die Unternehmen etwas davon hätten, die heute noch den größten Teil des europäischen Wirtschaftsgefüges ausmachen und stärker durch die restriktiven Praktiken, die von anderer Seite beschlossen werden, bedroht sind.

2. Schendt artikel 71 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het algemeen rechtsbeginsel van de rechten van verdediging en met het recht op een eerlijk proces, gewaarborgd bij artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in zoverre het voorziet in een verschillende behandeling van, enerzijds, de adressaten van de inzake maatschappelijke dienstverlening door de O.C. M.W'. s genomen beslissingen waarvan hun kennis wordt gegeven bij ter post aangetekende brief, ten aanzien van wie de beroepstermijn begint te lopen vanaf de afgifte van de brief bij de post, zijnde vooraleer zij in staat zijn daarvan daadwerkelijk kennis te nemen, en, anderzijds, de adressaten van dezelfde beslissingen waarvan de kennisgeving gebeurt bij persoonlijke overhandiging, ten aanzien van wie de beroepstermijn pas begint te lopen vanaf die persoonlijke overhandiging, zijnde enkel op het ogenblik waarop zij daadwerkelijk kennis nemen van de inhoud van de beslissing ?
2. Verstösst Artikel 71 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit dem allgemeinen Rechtsgrundsatz der Verteidigungsrechte und dem Recht auf ein faires Verfahren, wie verankert in Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern er zu einem Behandlungsunterschied führt zwischen einerseits den Adressaten der von einem ÖSHZ im Rahmen der Sozialhilfe getroffenen Entscheidungen, die mittels eines bei der Post aufgegebenen Einschreibens notifiziert werden, bei denen die Rechtsmittelfrist anfängt am Tag, an dem der Brief bei der Post aufgegeben wird, und somit bevor sie imstande sind, tatsächlich davon Kenntnis zu erhalten, und andererseits den Adressaten der gleichen Entscheidungen, deren Notifikation mittels einer persönlichen Aushändigung geschieht, bei denen die Rechtsmittelfrist erst bei dieser persönlichen Aushändigung anfängt, und somit erst zum Zeitpunkt, an dem sie imstande sind, tatsächlich Kenntnis vom Inhalt der Entscheidung zu erhalten?

2. « Schendt artikel 71 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het algemeen rechtsbeginsel van de rechten van verdediging en met het recht op een eerlijk proces, gewaarborgd bij artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in zoverre het voorziet in een verschillende behandeling van, enerzijds, de adressaten van de inzake maatschappelijke dienstverlening door de O.C. M.W'. s genomen beslissingen waarvan hun kennis wordt gegeven bij ter post aangetekende brief, ten aanzien van wie de beroepstermijn begint te lopen vanaf de afgifte van de brief bij de post, zijnde vooraleer zij in staat zijn daarvan daadwerkelijk kennis te nemen, en, anderzijds, de adressaten van dezelfde beslissingen waarvan de kennisgeving gebeurt bij persoonlijke overhandiging, ten aanzien van wie de beroepstermijn pas begint te lopen vanaf die persoonlijke overhandiging, zijnde enkel op het ogenblik waarop zij daadwerkelijk kennis nemen van de inhoud van de beslissing ?
2. « Verstösst Artikel 71 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit dem allgemeinen Rechtsgrundsatz der Verteidigungsrechte und dem Recht auf ein faires Verfahren, wie verankert in Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern er zu einem Behandlungsunterschied führt zwischen einerseits den Adressaten der von einem ÖSHZ im Rahmen der Sozialhilfe getroffenen Entscheidungen, die mittels eines bei der Post aufgegebenen Einschreibens notifiziert werden, bei denen die Rechtsmittelfrist anfängt am Tag, an dem der Brief bei der Post aufgegeben wird, und somit bevor sie imstande sind, tatsächlich davon Kenntnis zu erhalten, und andererseits den Adressaten der gleichen Entscheidungen, deren Notifikation mittels einer persönlichen Aushändigung geschieht, bei denen die Rechtsmittelfrist erst bei dieser persönlichen Aushändigung anfängt, und somit erst zum Zeitpunkt, an dem sie imstande sind, tatsächlich Kenntnis vom Inhalt der Entscheidung zu erhalten?