Onverminderd artikel 6 van Richtlijn (EU) 2016/800 mag de onderhavige richtlijn niet van toepassing zijn wanneer verdachten, beklaagden of gezochte personen afstand hebben gedaan van hun recht op toegang tot een advocaat, overeenkomstig artikel 9 respectievelijk artikel 10, lid 3, van Richtlijn 2013/48/EU, en zij deze afstand niet hebben ingetrokken, of wanneer lidstaten de tijdelijke afwijkingen uit hoofde van artikel 3, lid 5 of lid 6, van Richtlijn 2013/48/EU hebben toegepast, voor de duur van die afwijking.
Unbeschadet des Artikels 6 der Richtlinie (EU) 2016/800 sollte die vorliegende Richtlinie nicht zur Anwendung kommen, wenn Verdächtige oder beschuldigte Personen oder gesuchte Personen auf ihr Recht auf Zugang zu einem Rechtsbeistand gemäß Artikel 9 bzw. Artikel 10 Absatz 3 der Richtlinie 2013/48/EU verzichtet haben und diesen Verzicht nicht widerrufen haben oder wenn Mitgliedstaaten die vorübergehenden Ausnahmen nach Artikel 3 Absatz 5 oder 6 der Richtlinie 2013/48/EU anwenden, und zwar so lange, wie eine solche Ausnahme besteht.