A. dat enerzijds het geldende primaire recht van de Europese Gemeenschap haar geen bevoegdheid toekent voor de sport in het algemeen of voor het profvoetbal in het bijzonder, maar d
at anderzijds beide niet uitgezonderd zijn van het toepassingsgebied van het primaire recht, en dat o.a. uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (Hof van Justitie) en de besluiten van de Commissie blijkt dat met name het discriminatieverbod, als bedoeld in artikel 12 van het EG-Verdrag, het recht op vrij verkeer van werknemers, als bedoeld in artikel 39 van het Verdrag, de vrijheid van vestiging en dienstverlening, als bed
...[+++]oeld in de artikelen 43 en 49 van het Verdrag, de mededingingsbepalingen in de artikelen 81 tot 87 van het Verdrag en de bepalingen inzake het sociaal en werkgelegenheidsbeleid gevolgen hebben voor de sport en het profvoetbal; dat ook de verklaringen bij het Verdrag van Amsterdam van 1997 en de verklaring van de Europese Raad van Nice in 2000 niets aan deze juridische situatie hebben veranderd, hetgeen ook niet in de bedoeling lag,A. einerseits das geltende Primärrecht der Europäischen Gemeinschaft dieser weder eine Zuständigkeit für den Sport im Allgemeinen noch für den profess
ionellen Fußball im Besonderen überträgt, andererse
its diese aber auch nicht von der Anwendbarkeit ausgenommen sind und unter anderem aus der Rechtsprechung des Gerichtshofs der Europäischen Gemeinschaften (Gerichtshof) und der Entscheidungspraxis der Kommission ersichtlich ist, dass insbesondere das Diskriminierungsverbot gemäß Artikel 12 des EG-Vertrags, das Recht auf Freizügigkeit der
...[+++] Arbeitnehmer im Sinne des Artikels 39 des Vertrags, die Niederlassungs- und die Dienstleistungsfreiheit im Sinne der Artikel 43 und 49 des Vertrags, die Wettbewerbsbestimmungen der Artikel 81 bis 87 des Vertrags sowie die Bestimmungen zur Beschäftigung- und Sozialpolitik Auswirkungen auf den Sport und den professionellen Fußball haben,