Het komt het Hof evenwel toe te beoordelen of, afgezet tegen de door de verzoekende partijen aangevoerde kritiek, de generieke kwaliteitswaarborgen waaraan een opleiding moet beantwoorden om geaccrediteerd respectievelijk a
ls nieuwe opleiding erkend te kunnen worden, de inhoudelijk-pedagogische vrijheid, die vervat is in de vrijheid van onderwijs, zoals gewaarborgd bij artikel 24, §
1, van de Grondwet, niet aantasten of onevenredig zijn door verder te gaan dan noodzakelijk is voor het realiseren van de beoogde doelstelling, te weten h
...[+++]et waarborgen van de onderwijskwaliteit die een instelling moet bieden om internationaal erkende bachelor- en masterdiploma's te kunnen uitreiken, en in het kader van die kwaliteitszorg tot vergelijkbare criteria en methodologieën op internationaal vlak te komen (zie dienaangaande Parl. St., Vlaams Parlement, 2002-2003, nr. 1571/1, pp. 5-8 en 16-17).Es obliegt dem Hof jedoch, in Anbetracht der durch die klagenden Parteien vorgetragenen Kritik zu prüfen, ob die generischen Qualitätsgarantien, die ein Studiengang erfüllen muss, um akkreditiert beziehungsweise als neuer Studiengang a
nerkannt zu werden, nicht die inhaltlich-pädagogische Freiheit, die Bestandteil der Unterrichtsfreiheit ist, so wie sie durch Artikel 24 § 1 der Verfassung gewährleistet wird, verletzen oder ob sie unverhältnismässig sind, indem sie weitergehen, als notwendig ist zur Verwirklichung der angestrebten Zielsetzung, nämlich die Gewährleistung der Unterrichtsqualität, die
...[+++] eine Einrichtung bieten muss, um international anerkannte Bachelor- und Masterdiplome ausstellen zu können, und im Rahmen dieser Qualitätssicherung zu vergleichbaren Kriterien und Methodologien auf internationaler Ebene zu gelangen (siehe diesbezüglich Parl. Dok., Flämisches Parlament, 2002-2003, Nr. 1571/1, SS. 5-8 und 16-17).