1. Met ingang van 1 januari 2011 mogen klimaatregelingssystemen die ontworpen zijn om gefluoreerde broeikasgassen te bevatten met een aardopwarmingsvermogen van meer dan 150, niet meer achteraf worden ingebouwd in voertuigen waarvoor vanaf die datum een typegoedkeuring wordt verleend.
(1) Mit Wirkung vom 1. Januar 2011 dürfen Klimaanlagen, die darauf ausgelegt sind, fluorierte Treibhausgase mit einem GWP-Wert über 150 zu enthalten, nicht mehr nachträglich in Fahrzeuge eingebaut werden, für die die Typgenehmigung ab diesem Termin erteilt wurde.