In dit stadium is het technisch moeilijk specifieke drempels voor te stellen voor pluimveesoorten die niet worden vermeld (in de praktijk heeft slechts een zeer gering aantal landbouwbedrijven bemoeienis met pluimveesoorten die niet in Bijlage I worden vermeld, bijvoorbeeld kwartels, struisvolges, fazanten) of voor gemengde bedrijven.
In dieser Phase ist es technisch schwierig, spezielle Schwellenwerte für die Geflügelarten zu empfehlen, die hier nicht genannt sind (in der Praxis wären nur sehr wenige Betriebe wegen nicht in Anhang I genannten Arten betroffen, z. B. Wachteln, Strauße und Fasane) oder spezielle Werte für Mischbetriebe.