Met uitzondering van de lidstaten, de staten — niet zijnde lidstaten — die partij zijn bij de EER-Overeenkomst (Noorwegen, IJsland en Liechtenstein), en de instellingen van de Europese Unie, die worden vertegenwoordigd door hun gemachtigden, moeten de partijen zich laten vertegenwoordigen door een advocaat die bevoegd is om op te treden voor een rechterlijke instantie van een lidstaat of een staat — niet zijnde een lidstaat — die partij is bij de EER-Overeenkomst.
Es wird darauf hingewiesen, dass nach Art. 19 der Satzung der Grundsatz der Vertretungspflicht vor dem Gericht gilt. Mit Ausnahme der Mitgliedstaaten und der anderen Vertragsstaaten des EWR-Abkommens (Norwegen, Island und Liechtenstein) sowie der Organe der Europäischen Union, die durch ihre Bevollmächtigten vertreten werden, müssen die Parteien somit durch einen Anwalt vertreten sein, der berechtigt ist, vor einem Gericht eines Mitgliedstaats oder eines anderen Vertragsstaats des EWR-Abkommens aufzutreten.