Artikel 4, § 1, legt dus de schuldenaar van de heffing de verplichting op om aan de Algemene Directie van Energie binnen vijftien kalenderdagen na de inwerkingtreding van d
e bestreden wet een aangifte met verscheidene min
imale gegevens te zenden waaronder de potentiële productiecapaciteit op de desbetreffende niet-benu
tte of onderbenutte site voor de productie van elektriciteit, met staving van het opgegeven ci
...[+++]jfer (artikel 4, § 1, 2°).
Artikel 4 § 1 schreibt dem Abgabepflichtigen also vor, der Generaldirektion für Energie innerhalb von 15 Kalendertagen nach dem Inkrafttreten des angefochtenen Gesetzes eine Erklärung mit verschiedenen Mindestangaben zu übermitteln, darunter die potentielle Produktionskapazität am betreffenden unbenutzten oder unzureichend benutzten Stromerzeugungsstandort, mit dem Nachweis der angegebenen Zahl (Artikel 4 § 1 Nr. 2).