Vertaling van "nieuwe banen steeds " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

„nieuwe kennis, nieuwe banen”
neues Wissen, neue Arbeitsplätze

initiatief nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen
Initiative Neue Kompetenzen für neue Beschäftigung

omzetting van de economische groei in nieuwe banen | werkgelegenheidseffect van de groei
Beschäftigungsintensität des Wachstums

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Aangezien persoonlijke zorgverlening (dienstverlening in tehuizen en maatschappelijke dienstverlening waarbij geen onderdak wordt verschaft) een steeds belangrijkere bron van nieuwe banen wordt, wordt de EU-landen tevens verzocht op vrijwillige basis gegevens over vacatures voor dergelijke diensten te verstrekken.
Da personenbezogene Dienstleistungen (Heime (ohne Erholungs- und Ferienheime) und Sozialwesen (ohne Heime)) bei der Schaffung von Arbeitsplätzen eine immer größere Rolle spielen, werden die EU-Länder ebenfalls aufgefordert, auf freiwilliger Basis Daten über freie Stellen im Bereich dieser Dienstleistungen vorzulegen.

Dit wordt steeds belangrijker, zowel met het oog op duurzame groei en nieuwe banen als om een concurrentievoordeel te behalen in antwoord op de toenemende wereldwijde competitie om hulpbronnen en de noodzaak van milieubescherming.
Dies gewinnt immer mehr an Bedeutung, wenn als Reaktion auf den zunehmenden weltweiten Wettbewerb um Ressourcen und auf Umweltauflagen nachhaltiges Wachstum geschaffen und Arbeitsplätze erzeugt und Wettbewerbsvorteile erzielt werden sollen.

16. vestigt de aandacht van de lidstaten en de Commissie erop dat er na 2020, hoewel er steeds minder mensen in de werkende leeftijd zullen zijn, een beleid van actieve insluiting voor de betrokkenen nodig zal zijn en dat er alsmaar meer om banen zal worden gestreden omdat de particuliere sector steeds minder werk zal bieden aan thans relatief laaggeschoolden; wijst erop dat zelfs in sommige zeer rijke lidstaten (bijvoorbeeld Denemarken en Luxemburg) een zorgwekkende toename van de langdurige werkloosheid waarneembaar is (haast 12 miljoen mensen in de EU staan te boek als langdurig werkloos, wat neerkomt op 5 % van de beroepsbevolking, en 59 % van hen zit al twee jaar zonder werk); verzoekt de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, praktische oplossingen te zoeken om bijzonder laaggeschoolde of ongeschoolde werknemers overbruggend werk te verschaffen en/of hen te helpen weer werk te vinden, wat een nieuwe aanpak vergt, samen met niet alleen strategieën voor de lange termijn maar ook maatregelen op korte termijn, zoals vormen van inkomensondersteuning, om de sociale uitsluiting van de meest kansarme groepen te voorkomen, en een aanpassing van bestaande instrumenten, zoals het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het ESF, om permanente langdurige werkloosheid, een herhaling van de recente vlucht van de bevolking – en met name van mensen boven de 50 jaar en jongeren – naar meer ontwikkelde regio's, en een aanhoudende toename van die uitstroom te voorkomen; verzoekt de Commissie na te gaan in hoeverre banen in de particuliere sector openstaan voor bijzonder laaggeschoolden, en aan te geven welke nieuwe banen waarvoor geen opleiding vereist is, op korte termijn tot 2020 kunnen worden geschapen;
16. weist die Mitgliedstaaten und die Kommission darauf hin, dass nach 2020 trotz immer weniger Menschen im erwerbsfähigen Alter dennoch Maßnahmen für eine aktive Inklusion dieser Menschen notwendig sein werden, und dass es einen immer stärkeren Wettbewerb um Arbeitsplätze geben wird, während der Privatsektor immer weniger Arbeitsplätze für diejenigen, die derzeit relativ gering qualifiziert sind, bereitstellen wird; weist darauf hin, dass selbst in einigen der reichsten Mitgliedstaaten (z. B. Dänemark oder Luxemburg) die Langzeitarbeitslosigkeit in besorgniserregendem Maße ansteigt (in der EU gibt es fast 12 Millionen Langzeitarbeitslose, das sind fünf Prozent der dem Arbeitsmarkt tatsächlich zur Verfügung stehenden Personen, von denen 59 % seit zwei Jahren keine Arbeit finden); fordert die Kommission auf, in Zusammenarbeit mit den Mitgliedstaaten auf konkrete Überbrückungslösungen für die Beschäftigung von besonders gering qualifizierten oder ungelernten Arbeitskräften bzw. für ihre Wiedereingliederung in die Arbeitswelt hinzuwirken, was eine neue Herangehensweise und nicht nur langfristige Strategien, sondern auch kurzfristige Maßnahmen – etwa Formen von Einkommenszuschüssen zur Vermeidung der gesellschaftlichen Ausgrenzung von besonders bedürftigen Bevölkerungsgruppen – erforderlich macht, sowie die Anpassung bereits bestehender Maßnahmen des Europäischen Fonds für regionale Entwicklung (EFRE) und des ESF, um anhaltende Langzeitarbeitslosigkeit, die Wiederkehr der jüngsten Abwanderungen von Menschen, insbesondere im Alter über 50 Jahren und junger Leute, in entwickeltere Regionen und die dauerhafte Zunahme dieser Abwanderung zu verhindern; fordert die Kommission auf, zu prüfen, welche Arbeitsplätze im Privatsektor auch für besonders gering qualifizierte Arbeitnehmer zugänglich sind und welche neuen Arbeitsplätze, für die keine Ausbildung erforderlich ist, kurzfristig bis 2020 geschaffen werden können,

De "laaggeschoolde" banen in de dienstensector omvatten intussen steeds meer veeleisende niet-routinematige taken; toch is er in de loonstructuur nog maar weinig erkenning voor de nieuwe competenties en vaardigheden die voor deze banen benodigd zijn.
Die „geringqualifizierten“ Arbeitsplätze im Dienstleistungssektor umfassen immer mehr anspruchsvolle nicht-routinemäßige Aufgaben, doch gibt es in der Lohnstruktur immer noch eine nur geringe finanzielle Anerkennung der neuen Kompetenzen und Qualifikationen, die für diese Arbeitsplätze notwendig sind.

6. merkt op dat de steeds groter wordende groep ouderen, met hun specifieke behoeften aan bepaalde goederen en diensten, een nieuwe economische impuls aan regionale ontwikkeling kan geven, hetgeen vervolgens nieuw potentieel kan ontsluiten voor regio's met een groeiend aantal ouderen; is van mening dat deze situatie gezien kan worden als een kans voor nieuwe banen in een groeiende markt voor nieuwe producten en diensten die de levenskwaliteit van ouderen verhogen, voor economische groei en voor het verbeteren van het concurrentievermogen van de EU, een situatie die ook wel de "zilveren economie" wordt genoemd; moedigt de lidstaten en de regionale autoriteiten ertoe aan om in verband hiermee gebruik te maken van de structuurfondsen; verzoekt de Commissie om in het kader van de territoriale samenwerking (artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999) de uitwisseling van ervaringen tussen regio's waarin de "zilveren economie" al een belangrijke rol speelt of dat in de toekomst zal doen, te ondersteunen;
6. nimmt zur Kenntnis, dass die immer größer werdende Gruppe älterer Menschen mit ihren spezifischen Bedürfnissen nach bestimmten Dienstleistungen und Gütern neue wirtschaftliche Impulse für die regionale Entwicklung geben kann und dies für Regionen mit zunehmend älteren Bewohnern neue Potenziale entfalten kann; weist darauf hin, dass diese Situation als eine Chance für neue Arbeitsplätze in einem wachsenden Markt für neue Produkte und Dienstleistungen, die die Lebensqualität älterer Menschen verbessern, für das Wirtschaftswachstum und für die Verbesserung der Wettbewerbsfähigkeit der EU betrachtet werden kann, wobei es sich hierbei um den Ansatz der so genannten Seniorenwirtschaft („silver economy“) handelt; ermutigt die Mitgliedstaaten und die regionalen Behörden, in diesem Zusammenhang die Strukturfonds zu nutzen, und fordert von der Kommission, den Erfahrungsaustausch von Regionen, in denen die „silver economy“ jetzt oder in Zukunft eine große Rolle spielt, im Rahmen der Territorialen Zusammenarbeit (Artikel 7 Absatz 3 der Verordnung (EG) Nr. 1083/2006 des Rates vom 11. Juli 2006 mit allgemeinen Bestimmungen über den Europäischen Fonds für regionale Entwicklung, den Europäischen Sozialfonds und den Kohäsionsfonds) zu unterstützen;

4. constateert bovendien een positieve ontwikkeling van de arbeidsmarkt, met een verdubbeling van de jaarlijkse productiviteitsgroei van de factor arbeid van 0,6% naar 1,2% en een daling van de werkloosheid naar 8% in de Europese Unie en de eurozone in 2006 en een voorspeld werkloosheidspercentage van 7,3% in de EU en 7,4% in de eurozone in 2008, een groei van de werkgelegenheid met 1,4%, wat overeenkomt met 2,9 miljoen nieuwe banen in 2006, met een verdere groei in 2007/2008 in het vooruitzicht door het ontstaan van nog eens 7 miljoen nieuwe banen, wat een groei zou betekenen van het aandeel van de beroepsbevolking in de totale bevolking van 63,7% in 2005 naar 65,5% in 2008; stelt echter vast dat het werkloosheidspeil, vooral onder vrouwen, nog steeds hoog is en bij lange na niet aan de doelstellingen van Lissabon voldoet; dringt er dan ook aan dat er aanvullende maatregelen worden genomen om te komen tot een doelmatige Europese arbeidsmarkt die voor iedereen openstaat, flexibiliteit koppelt aan zekerheid en in staat is een beduidend hoger participatiepercentage tot stand te brengen; wijst er in dit verband op dat de noodzakelijke hervormingen in optimale samenwerking tussen de sociale partners moeten worden opgezet en ten uitvoer gelegd;
4. nimmt die positive Entwicklung auf den Arbeitsmarkt zur Kenntnis: Verdoppelung der jährlichen Wachstumsrate der Arbeitsproduktivität von 0,6 auf 1,2 % und Rückgang der Arbeitslosigkeit auf 8 % in der Europäischen Union und im Euroraum im Jahre 2006 und eine prognostizierte Arbeitslosenrate von 7,3 % in der Europäischen Union und 7,4 % im Euroraum bis 2008, ein Beschäftigungswachstum um etwa 1,4 %, was 2,9 Millionen neuen Arbeitsplätzen im Jahr 2006 entspricht, mit der Aussicht auf einen Zuwachs von weiteren sieben Millionen neuen Arbeitsplätzen im Zeitraum 2007-2008, was einen Anstieg der Erwerbsquote von 63,7 % im Jahre 2005 auf 65,5 % bis 2008 bedeuten würde; weist jedoch darauf hin, dass die Arbeitslosenquote – insbesondere bei Frauen – weiterhin hoch ist und die Zahlen weit von den in Lissabon festgelegten Zielvorgaben entfernt sind; fordert deshalb weitere Anstrengungen in Richtung auf einen effektiven und integrativen europäischen Arbeitsmarkt, der Flexibilität und Sicherheit verknüpft und in der Lage ist, eine beträchtlich höhere Beschäftigungsquote zu erreichen; unterstreicht in diesem Zusammenhang, dass die notwendigen Reformen in bestmöglicher Zusammenarbeit mit den Sozialpartnern konzipiert und umgesetzt werden sollten;

4. constateert bovendien een positieve ontwikkeling van de arbeidsmarkt, met een verdubbeling van de jaarlijkse productiviteitsgroei van de factor arbeid van 0,6 % naar 1,2 % en een daling van de werkloosheid naar 8 % in de Europese Unie en de eurozone in 2006 en een voorspeld werkloosheidspercentage van 7,3 % in de EU en 7,4 % in de eurozone in 2008, een groei van de werkgelegenheid met 1,4 %, wat overeenkomt met 2,9 miljoen nieuwe banen in 2006, met een verdere groei in 2007/2008 in het vooruitzicht door het ontstaan van nog eens 7 miljoen nieuwe banen, wat een groei zou betekenen van het aandeel van de beroepsbevolking in de totale bevolking van 63,7 % in 2005 naar 65,5 % in 2008; stelt echter vast dat het werkloosheidspeil, vooral onder vrouwen, nog steeds hoog is en bij lange na niet aan de doelstellingen van Lissabon voldoet; dringt er dan ook aan dat er aanvullende maatregelen worden genomen om te komen tot een doelmatige Europese arbeidsmarkt die voor iedereen openstaat, flexibiliteit koppelt aan zekerheid en in staat is een beduidend hoger participatiepercentage tot stand te brengen; wijst er in dit verband op dat de noodzakelijke hervormingen in optimale samenwerking tussen de sociale partners moeten worden opgezet en ten uitvoer gelegd;
4. nimmt die positive Entwicklung auf den Arbeitsmarkt zur Kenntnis: Verdoppelung der jährlichen Wachstumsrate der Arbeitsproduktivität von 0,6 auf 1,2 % und Rückgang der Arbeitslosigkeit auf 8 % in der Europäischen Union und im Euroraum im Jahre 2006 und eine prognostizierte Arbeitslosenrate von 7,3 % in der Europäischen Union und 7,4 % in der Eurozone bis 2008, ein Beschäftigungswachstum um etwa 1,4 %, was 2,9 Millionen neuen Arbeitsplätzen im Jahr 2006 entspricht, mit der Aussicht auf einen Zuwachs von weiteren sieben Millionen neuen Arbeitsplätzen im Zeitraum 2007-2008, was einen Anstieg der Erwerbsquote von 63,7 % im Jahre 2005 auf 65, 5% bis 2008 bedeuten würde; weist jedoch darauf hin, dass die Arbeitslosenquote – insbesondere bei Frauen – weiterhin hoch ist und die Zahlen weit von den in Lissabon festgelegten Zielvorgaben entfernt sind; fordert deshalb weitere Anstrengungen in Richtung auf einen effektiven und integrativen europäischen Arbeitsmarkt, der Flexibilität und Sicherheit verknüpft und in der Lage ist, eine beträchtlich höhere Beschäftigungsquote zu erreichen; unterstreicht in diesem Zusammenhang, dass die notwendigen Reformen in bestmöglicher Zusammenarbeit mit den Sozialpartnern konzipiert und umgesetzt werden sollten;

In de Europese Unie neemt het aandeel van de deeltijdse banen nog steeds toe: zowat eenderde van alle nieuwe jobs zijn parttime jobs.
Der Anteil der Teilzeitarbeitsplätze in der EU nimmt nach wie vor zu und etwa ein Drittel aller neu geschaffenen Arbeitsplätze sind Teilzeitstellen.

De mogelijke toepassingen van biowetenschappen en biotechnologie zullen steeds meer welstand genereren voor de toekomst, waarbij nieuwe, vaak hoog gekwalificeerde banen worden gecreëerd en nieuwe mogelijkheden ontstaan voor investeringen in verder onderzoek.
Die Nutzung von Biowissenschaften und Biotechnologie bietet das Potenzial, eine Quelle wachsenden Wohlstandes in der Zukunft zu sein, mit neuen - und zum großen Teil hoch qualifizierten - Arbeitsplätzen und neuen Möglichkeiten zur Investition in weitere Forschung.