3. merkt op dat de landbouw- en voedse
lsector in zowel de nieuwe als de oude lidstaten
ten minste ten dele heeft geprofiteerd van de uitbreiding, waarbij de belangheb
benden in de nieuwe lidstaten hebben geprofiteerd van het hogere niveau aan landbouwsteun en van de opening van nieuwe handelsmogelijkheden, terwijl de voedingsmiddelensector en de internationale handel in de oude lidstaten vooruitgang
hebben ...[+++] geboekt en in de detailhandel de investeringen en de omzet zijn gestegen, met name in de pretoetredingsperiode;