8. is met name verheugd over de hervorming van de strafvordering waardoor de rechten van de verdediging worden versterkt; is echter van mening dat artikel 305 van het nieuwe Turkse Wetboek van strafrecht dat sancties oplegt bij vermeende "gevaren voor de nationale veiligheid" met een toelichting die betrekking heeft op de vrijheid van meningsuiting, vooral ten aanzien van de kwesties Cyprus en Armenië, onverenigbaar is met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden uit 1950; dringt derhalve aan op de onmiddellijke intrekking van dit artikel;
8. begrüßt insbesondere die Strafprozessreform, durch die die Rechte der Angeklagten gestärkt werden; ist jedoch der Auffassung, dass Paragraph 305 des neuen türkischen Strafgesetzbuches, der vorgeblich die "Bedrohung grundlegender nationaler Interessen" unter Strafe stellt und dessen Begründung gegen die freie Meinungsäußerung, insbesondere im Zusammenhang mit der Zypern- und der Armenienfrage gerichtet ist, nicht mit der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten von 1950 vereinbar ist; fordert deshalb die Aufhebung dieses Paragraphen;