15. erkent dat de positieve effecten van het waterbeleid traag en slechts gedeeltelijk worden gerealiseerd en op middellange en lange termijn zichtbaarder zullen worden; nodigt alle lidstaten, met name die van West- en Zuid-Europa, uit alle noodzakelijke maatregelen te nemen om de watervoorziening voor huishoudelijk gebruik, voor economische en landbouwactiviteiten, voor het behoud van de ecosystemen van bijzondere waarde en voor de productie van duurzame elektriciteit, veilig te stellen; roept de Raad en de Commissie op zich de nodige inspanningen te getroosten op het gebied van waterbeleid om watertekort
en -verontreiniging (nitraten, pesticiden, gevaar ...[+++]lijke en bioaccumulerende stoffen en stoffen die de endocriene functies verstoren) te voorkomen en waar nodig te verhelpen; 15. räumt ein, dass die Wasserpolitik nur langsam und teilweise vorankommt und dass der Nutzen erst mittel- und langfristig sichtbar
wird; fordert alle Staaten West- und Südeuropas sowie die betroffenen Sektoren auf, alles Notwendige zu tun, um die Wasserversorgung der Haushalte, der Wirtschaft und der Landwirtschaft, die Erhaltung der Ökosysteme von besonderem Wert und die Erzeugung erneuerbarer Energien zu gewährleisten; appelliert an den Rat und die Kommission, die notwendigen Bemühungen im Bereich der Wasserpolitik fortzuführen, um Wassermangel zu verhindern bzw. abzustellen, sowie die Maßnahmen im Bereich der Verringerung der Vers
chmutzung ...[+++](Nitrate, Pestizide, gefährliche Stoffe und bioakkumulative und endokrine Störungen verursachende Stoffe) fortzusetzen;