14. vraagt om een nieuwe algemene impuls voor het klimaatbeleid van de EU, waarmee nieuwe vaart kan worden gegeven aan de internationale klimaatbesprekingen, overeenkomstig de bovengrens van de verbinteni
s van de EU om haar broeikasgasemissies tegen 2050 te verlagen tot
80 à 95 % onder het niveau van 1990; neemt nota van de bindende EU-doelstelling om de broeikasgasemissies tegen 2030 met 40 % te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990; vraagt de lidstaten aanvullende verbintenissen te overwegen die voortbouwen op de overee
...[+++]ngekomen doelstelling voor 2030, met inbegrip van maatregelen buiten de EU, om de wereld in staat te stellen de doelstelling van minder dan 2 °C te realiseren; 14. fordert eine generelle Auffrischung der EU-Klimapolitik, um Bewegung in die internationale Klimadiskussion zu bringen und die Klimapolitik auf die Obergrenze abzustimmen, die sich die EU mit der Verpflicht
ung zur Senkung der Treibhausgasemissionen bis 2050 um 80-95 % gegenüber 1990 gesetzt hat; verweist auf die verbindliche Zielsetzung der EU, die Treibhausgasemissionen bis 2030 um mindestens 40 % gegenüber 1990 zu senken; fordert die Mitgliedstaaten auf, ausgehend von dem für 2030 vereinbarten Ziel ergänzende Verpflichtungen, auch Maßnahmen außerhalb der EU, in Erwägung zu ziehen, damit die weltweit angestrebte Begrenzung auf unte
...[+++]r 2 °C erreichbar wird;