Deze richtlijn legt maatregelen vast die het temperen van de effecten van de processen van bodemaantasting omvatten, alsmede het herstel en de sanering van aangetaste bodems tot een niveau van functionaliteit dat verenigbaar is met het huidige of het goedgekeurde toekomstige gebruik ervan, naar gelang van de ernstige risico's voor de volksgezondheid of het milieu.
In der Richtlinie werden Maßnahmen festgelegt, zu denen die Eindämmung der Folgen einer Verschlechterung der Bodenqualität sowie die Wiederherstellung und Sanierung geschädigter Böden bis zu einem Funktionalitätsgrad, der im Hinblick auf die gegenwärtige oder die künftige genehmigte Nutzung angemessen ist, zählen, unter Berücksichtigung der schwerwiegenden Gefahren für die menschliche Gesundheit oder die Umwelt.