1. Persoonsgegevens die door de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat zijn verstrekt of ter beschikking gesteld, mogen overeenkomstig het vereiste in artikel 3, lid 2, alleen verder worden verwerkt indien nodig voor onderstaande andere doeleinden dan waarvoor ze waren verstrekt:
1. Personenbezogene Daten, die von der zuständigen Behörde eines anderen Mitgliedstaats übermittelt oder bereitgestellt wurden, dürfen unter den Voraussetzungen des Artikels 3 Absatz 2 nur soweit erforderlich für folgende andere Zwecke als diejenigen, für die sie übermittelt oder bereitgestellt wurden, weiter verarbeitet werden: