3. De voorzitter van de coördinatiegroep voor de bestrijding van foltering raadpleegt telkens wanneer hij dit nodig acht exporteurs, tussenhandelaars en andere belanghebbenden ter zake die onder meer afkomstig zijn uit alle delen van het maatschappelijk middenveld en die beschikken over relevante expertise op het gebied van zaken die onder deze verordening vallen.
(3) Der Vorsitz der Koordinierungsgruppe „Verhütung von Folter“ konsultiert Ausführer, Vermittler und sonstige Interessenträger, auch diejenigen aus allen Teilen der Gesellschaft, die über entsprechendes Fachwissen im Zusammenhang mit dieser Verordnung verfügen, wann immer er dies für erforderlich hält.