(1)
De lidstaten mogen aselecte metingen in plaats van continue metingen uitvoeren voor benzeen, lood en zwevende deeltjes indien zij de Commissie kun
nen aantonen dat de onzekerheid, met inbegrip van de onzekerheid die het gevolg is van de aselecte bemonstering, in overeenstemming is met de kwaliteitdoelstelling van 25 % en dat de
bestreken tijd nog altijd meer bedraagt dan de minimaal bestreken tijd voor indic
...[+++]atieve metingen.
(1) Bei Benzol, Blei und Partikeln können Stichprobenmessungen anstelle von kontinuierlichen Messungen durchgeführt werden, wenn der Kommission gegenüber nachgewiesen werden kann, dass die Unsicherheit, einschliesslich der Unsicherheit aufgrund der Zufallsproben, das Qualitätsziel von 25% erreicht und die Messdauer über der Mindestmessdauer für orientierende Messungen liegt.