Uit de memorie van toelichting blijkt dat de wetgever wou tegemoetkomen aan de problemen die asbestslachtoffers ondervinden die niet door het Fonds voor de beroepsziekten worden vergoed, door niet alleen ten gunste van de werknemers maar ook ten gunste van de zelfstandigen, de ambtenaren of nog de slachtoffers van blootstelling in het leefmilieu in een schadeloosstelling te voorzien (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2773/001, pp. 76-77).
Aus der Begründung geht hervor, dass der Gesetzgeber die Schwierigkeiten von Asbestopfern, die nicht durch den Fonds für Berufskrankheiten entschädigt werden, beheben wollte, indem er eine Entschädigung nicht nur zugunsten der Arbeitnehmer, sondern auch zugunsten der Selbständigen, der Beamten oder der Opfer von Umweltexposition vorsah (Parl. Dok., Kammer, 2006-2007, DOC 51-2773/001, SS. 76-77).