26. wijst erop dat rampen en noodsituaties vaak gevolgd worden door voedselcrises en ondervoeding bij de getroffen bevolking, met name bij kinderen; wijst er eveneens op dat voedselcrises ook rampen zijn en dat de aanpak inzake weerbaarheid, die is toegespitst op het verbeteren van de voedselzekerheid en de voeding, systematisch moet worden meegenomen in de programmeringsbesluiten;
26. weist darauf hin, dass in der Folge von Katastrophen und Notsituationen häufig Nahrungsmittelkrisen und Unterernährung in den betroffenen Bevölkerungen, insbesondere bei Kindern, auftreten; betont, dass es sich bei Ernährungskrisen an sich um Katastrophen handelt und dass das Resilienzkonzept, dessen Schwerpunkt bei der Verbesserung der Ernährungssicherheit und der Ernährung liegt, systematisch in die Programmplanungsentscheidungen einbezogen werden muss;