Traduction de «nr 10 vormt » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

het rijtuig vormt één geheel met de baan | het rijtuig vormt één geheel met de rail
Fahrbahn umschließt das Fahrwerk

de beslissing vormt executoriale titel
die Entscheidung ist ein vollstreckbarer Titel

grond waarvan de braaklegging geen onderdeel vormt van de toepassing van wisselbouw
rotationsunabhängige Brache

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Voor de toepassing van het eerste lid, 1°, vormt de beslissing van de Minister de in artikel 8, § 2, c) van Verordening (EU) nr. 1151/2012 en in artikel 10, § 2, derde lid, van Verordening (EU) nr. 668/2014 bedoelde verklaring van de lidstaat.
Zur Anwendung von Absatz 1 Ziffer 1 bildet der Beschluss des Ministers die in Artikel 8 § 2 c) der Verordnung (EU) Nr. 1151/2012 und in Artikel 10 § 2 Absatz 3 der Verordnung (EU) Nr. 668/2014 erwähnte Erklärung des Mitgliedstaats.

Richtlijn (EU) 2015/. van het Europees Parlement en de Raad (7) (8) vormt de grondslag voor de opstelling en herziening van de technische specificaties inzake interoperabiliteit (TSI's), terwijl Richtlijn (EU) 2015/. van het Europees Parlement en de Raad (9) (10) de grondslag vormt voor de opstelling en herziening van de gemeenschappelijke veiligheidsmethoden (GVM's), de gemeenschappelijke veiligheidsdoelen (GVD's) en de gemeenschappelijke veiligheidsindicatoren (GVI's).
Die Richtlinie (EU) 2015/. des Europäischen Parlaments und des Rates (7) (8) sieht die Ausarbeitung und Überarbeitung der technischen Spezifikationen für die Interoperabilität (im Folgenden „TSI“) vor, während die Richtlinie (EU) 2015/. des Europäischen Parlaments und des Ratesdie (9) (10) Ausarbeitung und Überarbeitung der gemeinsamen Sicherheitsmethoden (im Folgenden „CSM“), der gemeinsamen Sicherheitsziele (im Folgenden „CST“) und der gemeinsamen Sicherheitsindikatoren (im Folgenden „CSI“) vorsieht.

10. wijst er nogmaals op dat de EU-begroting een instrument van interne solidariteit vormt doordat zij de economische, sociale en territoriale cohesie ondersteunt, armoede helpt bestrijden, sociale integratie bevordert en de verschillen in ontwikkeling tussen de lidstaten, maar ook tussen de regio’s in de lidstaten zoveel mogelijk beperkt; benadrukt dat zij ook een instrument voor externe solidariteit vormt, dat voorziet in noodhulp bij humanitaire en civiele crises door hulp te bieden aan landen in nood - zoals Oekraïne - en door ervoor te zorgen dat de EU zich heeft ontwikkeld tot de grootste donor van ontwikkelingshulp, met als doel de toezeggingen van de EU met betrekking tot de uitroeiing van armoede te verwezenlijken, als bevestigd in de Europese consensus inzake ontwikkeling, en bij te dragen tot de mondiale ontwikkelingsagenda voor de periode na 2015;
10. weist erneut darauf hin, dass der EU-Haushalt ein Instrument für die Solidarität nach innen ist, da durch ihn der wirtschaftliche, soziale und territoriale Zusammenhalt unterstützt, Armut bekämpft und soziale Inklusion gefördert wird sowie durch ihn die Ungleichheiten in der Entwicklung zwischen den einzelnen Mitgliedstaaten, aber auch zwischen den Regionen der Mitgliedstaaten verringert werden; betont, dass der EU-Haushalt auch ein Instrument für die Solidarität nach außen ist, da durch den EU-Haushalt dringend benötigte Hilfe bei humanitären und zivilen Krisen geleistet wird, indem bedürftige Länder (wie die Ukraine) unterstützt werden, und die EU dank dem EU-Haushalt die größte Geberin von Entwicklungshilfe ist und dabei das Ziel verfolgt, den Verpflichtungen der Union im Bereich der Armutsbekämpfung nachzukommen, was im Rahmen des Europäischen Konsens über die Entwicklungspolitik bekräftigt wurde, und durch den EU-Haushalt zur globalen Entwicklungsagenda für die Zeit nach 2015 beigetragen wird;

10. veroordeelt de grootschalige, stelselmatige, allesomvattende verzameling van persoonsgegevens van onschuldige mensen, waaronder vaak intieme persoonlijke informatie; benadrukt dat de systemen voor grootschalige en willekeurige observatie door inlichtingendiensten een ernstige inbreuk op de grondrechten van de burgers vormen; onderstreept dat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer geen luxerecht is, maar het fundament vormt van een vrije en democratische samenleving; wijst er bovendien op dat grootschalige observatie ernstige potentiële gevolgen kan hebben voor de persvrijheid, de vrijheid van denken en de vrijheid van meningsuiting alsook de vrijheid van vergadering en vereniging, en een aanzienlijk potentieel risico vormt voor misbruik van de verzamelde informatie voor het tegenwerken van politieke tegenstanders; benadrukt dat deze grootschalige observatie- en afluisteractiviteiten illegaal handelen door inlichtingendiensten impliceren en vragen opwerpen over de extraterritoriale werking van nationale wetten;
10. verurteilt die in gigantischem Ausmaß erfolgte systematische und pauschale Erfassung der personenbezogenen, oft auch intimen persönlichen Daten unschuldiger Menschen; betont, dass der Einsatz von Systemen für die willkürliche Massenüberwachung durch die Geheimdienste einen schwerwiegenden Eingriff in die Grundrechte der Bürger darstellt; hebt hervor, dass das Recht auf Achtung der Privatsphäre kein Luxus ist, sondern einen Grundpfeiler der freien und demokratischen Gesellschaft darstellt; weist zudem auf die möglicherweise gravierenden Auswirkungen der Massenüberwachung auf die Pressefreiheit, die Gedankenfreiheit, das Recht auf freie Meinungsäußerung und auf die Versammlungs- und Vereinigungsfreiheit hin sowie darauf, dass sie ein erhebliches Potenzial für den Missbrauch von Informationen birgt, da die gesammelten Daten gegen politische Feinde eingesetzt werden könnten; betont, dass die beschriebenen Massenüberwachungsmaßnahmen auch illegale Handlungen seitens der Geheimdienste einschließen und Fragen bezüglich der extraterritorialen Wirkung nationaler Gesetze aufwerfen;

W. overwegende dat de illegale sigarettenhandel jaarlijks tot een fiscaal verlies van ca. 10 miljard euro leidt; overwegende dat de jaarlijkse omzet van de wereldwijde handel in handvuurwapens naar schatting tussen de 170 en 320 miljoen dollar bedraagt en dat er in Europa meer dan tien miljoen illegale wapens circuleren, hetgeen een ernstige bedreiging vormt voor de veiligheid van de burgers en voor de rechtshandhaving; overwegende dat de bovengenoemde vormen van handel verliezen kunnen opleveren voor de staatskas en de fabrikanten schade kunnen berokkenen, en dat zij de verspreiding van andere vormen van georganiseerde misdaad in de hand kunnen werken, wat op zijn beurt een ernstige bedreiging vormt voor de samenleving, aangezien dit fenomeen gemakkelijk zou kunnen uitgroeien tot een bron van financiering voor terrorisme;
W. in der Erwägung, dass durch den illegalen Handel mit Zigaretten jährlich ein Steuerausfall von ungefähr 10 Mrd. EUR entsteht; in der Erwägung, dass das Geschäftsvolumen des Handels mit leichten Waffen weltweit auf 170 bis 320 Mio. USD jährlich geschätzt wird und dass in Europa über 10 Millionen illegale Waffen im Umlauf sind, was für die Sicherheit der Bürger sowie die Strafverfolgung eine ernsthafte Bedrohung darstellt; in der Erwägung, dass der besagte Handel einen Steuerausfall und einen Schaden für die Herstellerbetriebe zur Folge hat und die Verbreitung weiterer Formen des organisierten Verbrechens fördert, was wiederum zu einer ernsten sozialen Bedrohung führt, da dieses Phänomen leicht zu einer Finanzquelle für Terroristen werden könnte;

X. overwegende dat de illegale sigarettenhandel jaarlijks tot een fiscaal verlies van ca. 10 miljard euro leidt; overwegende dat de jaarlijkse omzet van de wereldwijde handel in handvuurwapens naar schatting tussen de 170 en 320 miljoen dollar bedraagt en dat er in Europa meer dan tien miljoen illegale wapens circuleren, hetgeen een ernstige bedreiging vormt voor de veiligheid van de burgers en voor de rechtshandhaving; overwegende dat de bovengenoemde vormen van handel verliezen kunnen opleveren voor de staatskas en de fabrikanten schade kunnen berokkenen, en dat zij de verspreiding van andere vormen van georganiseerde misdaad in de hand kunnen werken, wat op zijn beurt een ernstige bedreiging vormt voor de samenleving, aangezien dit fenomeen gemakkelijk zou kunnen uitgroeien tot een bron van financiering voor terrorisme;
X. in der Erwägung, dass durch den illegalen Handel mit Zigaretten jährlich ein Steuerausfall von ungefähr 10 Mrd. EUR entsteht; in der Erwägung, dass das Geschäftsvolumen des Handels mit leichten Waffen weltweit auf 170 bis 320 Mio. USD jährlich geschätzt wird und dass in Europa über 10 Millionen illegale Waffen im Umlauf sind, was für die Sicherheit der Bürger sowie die Strafverfolgung eine ernsthafte Bedrohung darstellt; in der Erwägung, dass der besagte Handel einen Steuerausfall und einen Schaden für die Herstellerbetriebe zur Folge hat und die Verbreitung weiterer Formen des organisierten Verbrechens fördert, was wiederum zu einer ernsten sozialen Bedrohung führt, da dieses Phänomen leicht zu einer Finanzquelle für Terroristen werden könnte;

De toelichting bij dat amendement verwijst, enerzijds, naar artikel 11 van de wet van 10 juni 1998 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de verjaring en, anderzijds, naar het arrest van het Hof nr. 98/2003 van 2 juli 2003 waarbij het Hof « op een prejudiciële vraag gesteld door het Hof van Beroep te Bergen, duidelijk stelde dat een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest een objectief aanknopingspunt vormt en aldus niet discriminerend is » (Parl. St., Senaat, 2007-2008, nr. 4-10/3, p. 15).
In der Erläuterung zu diesem Abänderungsantrag wurde einerseits auf Artikel 11 des Gesetzes vom 10. Juni 1998 zur Abänderung gewisser Bestimmungen bezüglich der Verjährung und andererseits auf das Urteil des Hofes Nr. 98/2003 vom 2. Juli 2003, in dem der Hof « auf eine präjudizielle Frage des Appellationshofes Mons hin erklärt hat, dass ein rechtskräftiges Urteil einen objektiven Anhaltspunkt bildet und folglich nicht diskriminierend ist » (Parl. Dok., Senat, 2007-2008, Nr. 4-10/3, S. 15).

De toelichting bij dat amendement verwijst, enerzijds, naar artikel 11 van de wet van 10 juni 1998 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de verjaring en, anderzijds, naar het arrest nr. 98/2003 van 2 juli 2003 waarbij het Hof « op een prejudiciële vraag gesteld door het hof van beroep te Bergen, duidelijk stelde dat een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest een objectief aanknopingspunt vormt en aldus niet discriminerend is » (Parl. St., Senaat, 2007-2008, nr. 4-10/3, p. 15).
In der Erläuterung zu diesem Abänderungsantrag wurde einerseits auf Artikel 11 des Gesetzes vom 10. Juni 1998 zur Abänderung gewisser Bestimmungen bezüglich der Verjährung und andererseits auf das Urteil Nr. 98/2003 vom 2. Juli 2003, in dem der Hof « auf eine präjudizielle Frage des Appellationshofes Mons hin erklärt hat, dass ein rechtskräftiges Urteil einen objektiven Anhaltspunkt bildet und folglich nicht diskriminierend ist » (Parl. Dok., Senat, 2007-2008, Nr. 4-10/3, S. 15).

De toelichting bij dat amendement verwijst, enerzijds, naar artikel 11 van de wet van 10 juni 1998 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de verjaring en, anderzijds, naar het arrest nr. 98/2003 van 2 juli 2003, waarbij het Hof « op een prejudiciële vraag gesteld door het hof van beroep te Bergen, duidelijk stelde dat een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest een objectief aanknopingspunt vormt en aldus niet discriminerend is » (Parl. St., Senaat, 2007-2008, nr. 4-10/3, p. 15).
In der Erläuterung zu diesem Abänderungsantrag wurde einerseits auf Artikel 11 des Gesetzes vom 10. Juni 1998 zur Abänderung gewisser Bestimmungen bezüglich der Verjährung und andererseits auf das Urteil Nr. 98/2003 vom 2. Juli 2003, in dem der Hof « auf eine präjudizielle Frage des Appellationshofes Mons hin erklärt hat, dass ein rechtskräftiges Urteil einen objektiven Anhaltspunkt bildet und folglich nicht diskriminierend ist » (Parl. Dok., Senat, 2007-2008, Nr. 4-10/3, S. 15).

De toelichting bij dat amendement verwijst, enerzijds, naar artikel 11 van de wet van 10 juni 1998 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de verjaring en, anderzijds, naar het arrest nr. 98/2003 van 2 juli 2003 van het Hof « waarbij het Arbitragehof, op een prejudiciële vraag gesteld door het hof van beroep te Bergen, duidelijk stelde dat een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest een objectief aanknopingspunt vormt en aldus niet discriminerend is » (Parl. St., Senaat, 2007-2008, nr. 4-10/3, p. 15).
In der Erläuterung zu diesem Abänderungsantrag wurde einerseits auf Artikel 11 des Gesetzes vom 10. Juni 1998 zur Abänderung gewisser Bestimmungen bezüglich der Verjährung und andererseits auf das Urteil Nr. 98/2003 vom 2. Juli 2003 des Hofes verwiesen, « in dem der Schiedshof auf eine präjudizielle Frage des Appellationshofes Mons hin erklärt hat, dass ein rechtskräftiges Urteil einen objektiven Anhaltspunkt bildet und folglich nicht diskriminierend ist » (Parl. Dok., Senat, 2007-2008, Nr. 4-10/3, S. 15).