Traduction de «nr 1007 2009 zaak » (Néerlandais → Allemand) :

Gezien Verordening (EG) nr. 1007/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de handel in zeehondenproducten (1), en met name artikel 3, lid 4,
gestützt auf die Verordnung (EG) Nr. 1007/2009 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 16. September 2009 über den Handel mit Robbenerzeugnissen (1), insbesondere auf Artikel 3 Absatz 4,

Bij Verordening (EU) 2015/1775 van het Europees Parlement en de Raad (3) is artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1007/2009 gewijzigd en is Verordening (EU) nr. 737/2010 met ingang van de datum van toepassing van deze verordening ingetrokken.
Mit der Verordnung (EU) 2015/1775 des Europäischen Parlaments und des Rates (3) wurde Artikel 3 der Verordnung (EG) Nr. 1007/2009 geändert und die Verordnung (EU) Nr. 737/2010 mit Wirkung vom Tag der Anwendung dieser Verordnung aufgehoben.

Bij Verordening (EU) nr. 737/2010 (2) zijn overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1007/2009 uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor het op de markt brengen van zeehondenproducten.
Die Verordnung (EU) Nr. 737/2010 der Kommission (2) regelt das Inverkehrbringen von Robbenerzeugnissen gemäß Artikel 3 der Verordnung (EG) Nr. 1007/2009.

Verordening (EG) nr. 1007/2009 staat onder specifieke voorwaarden het op de markt brengen toe van zeehondenproducten die afkomstig zijn van de jacht door Inuit- en andere inheemse gemeenschappen.
Die Verordnung (EG) Nr. 1007/2009 gestattet unter spezifischen Bedingungen das Inverkehrbringen von Robbenerzeugnissen aus einer Jagd, die von Inuit und anderen indigenen Gemeinschaften betrieben wird.

Het is daarom noodzakelijk maatregelen vast te stellen ter uitvoering van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1007/2009, zoals gewijzigd.
Daher ist es erforderlich, Maßnahmen zur Durchführung von Artikel 3 der Verordnung (EG) Nr. 1007/2009 in der geänderten Fassung festzulegen.

– gezien de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 3 oktober 2013 in Zaak C-583/11P en van 25 april 2013 in Zaak T-526/10 betreffende een verzoek tot nietigverklaring van Verordening (EU) nr. 737/2010 van de Commissie van 10 augustus 2010 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1007/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de handel in zeehondenproducten,
– unter Hinweis auf die Urteile des Gerichtshofs der Europäischen Union vom 3. Oktober 2013 in der Rechtssache C‑583/11 P und vom 25. April 2013 in der Rechtssache T‑526/10 betreffend den Antrag auf Nichtigerklärung der Verordnung (EU) Nr. 737/2010 der Kommission vom 10. August 2010 mit Durchführungsvorschriften zur Verordnung (EG) Nr. 1007/2009 des Europäischen Parlaments und des Rates über den Handel mit Robbenerzeugnissen,

– gezien de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 3 oktober 2013 in Zaak C-583/11P en van 25 april 2013 in Zaak T-526/10 betreffende een verzoek tot nietigverklaring van Verordening (EU) nr. 737/2010 van de Commissie van 10 augustus 2010 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1007/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de handel in zeehondenproducten ,
– unter Hinweis auf die Urteile des Gerichtshofs der Europäischen Union vom 3. Oktober 2013 in der Rechtssache C-583/11 P und vom 25. April 2013 in der Rechtssache T-526/10 betreffend den Antrag auf Nichtigerklärung der Verordnung (EU) Nr. 737/2010 der Kommission vom 10. August 2010 mit Durchführungsvorschriften zur Verordnung (EG) Nr. 1007/2009 des Europäischen Parlaments und des Rates über den Handel mit Robbenerzeugnissen ,

40. neemt kennis van de recente juridische ontwikkelingen met betrekking tot het EU-verbod op zeehondenproducten, in het bijzonder het beroep tot nietigverklaring van de Verordening nr. 1007/2009 (zaak T-18/10, Inuit Tapiriit Kanatami/Parlement en Raad) dat bij het Gerecht aanhangig is gemaakt; wijst op de raadplegingsprocedure onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) op verzoek van Canada en Noorwegen; spreekt de hoop uit dat geschillen tussen de partijen beslecht kunnen worden overeenkomstig de uitspraken van het EHJ en de uitkomsten van de WTO-procedures;
40. nimmt die jüngsten rechtlichen Entwicklungen betreffend das EU-Verbot der Einfuhr von Robbenerzeugnissen zur Kenntnis, vor allem die Klage auf Nichtigerklärung der Verordnung (EG) Nr. 1007/2009 (Rechtssache T-18/10, Inuit Tapiriit Kanatami/Parlament und Rat), die vor dem Gericht anhängig ist; nimmt das Konsultationsverfahren unter der Schirmherrschaft der Welthandelsorganisation (WTO) zur Kenntnis, welches von Kanada und Norwegen beantragt wurde; äußert seine Hoffnung, dass die Meinungsverschiedenheiten zwischen den Parteien infolge der Urteile des EuGH und der Ergebnisse der WTO-Verfahren beigelegt werden können;

40. neemt kennis van de recente juridische ontwikkelingen met betrekking tot het EU-verbod op zeehondenproducten, in het bijzonder het beroep tot nietigverklaring van de Verordening (EG) nr. 1007/2009 (zaak T-18/10, Inuit Tapiriit Kanatami/Parlement en Raad) dat bij het Gerecht aanhangig is gemaakt; wijst op de raadplegingsprocedure onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) op verzoek van Canada en Noorwegen; spreekt de hoop uit dat geschillen tussen de partijen beslecht kunnen worden overeenkomstig de uitspraken van het EHJ en de uitkomsten van de WTO-procedures;
40. nimmt die jüngsten rechtlichen Entwicklungen betreffend das EU-Verbot der Einfuhr von Robbenerzeugnissen zur Kenntnis, vor allem die Klage auf Nichtigerklärung der Verordnung (EG) Nr. 1007/2009 (Rechtssache T-18/10, Inuit Tapiriit Kanatami/Parlament und Rat), die vor dem Gericht anhängig ist; nimmt das Konsultationsverfahren unter der Schirmherrschaft der Welthandelsorganisation (WTO) zur Kenntnis, welches von Kanada und Norwegen beantragt wurde; äußert seine Hoffnung, dass die Meinungsverschiedenheiten zwischen den Parteien infolge der Urteile des EuGH und der Ergebnisse der WTO-Verfahren beigelegt werden können;