Zoals het Hof in zijn arresten nrs. 110/2006 van 28 juni 2006 en 48/2010 van 29 april 2010 reeds heeft opgemerkt, vermocht de wetgever, gelet op het niet-contributieve karakter van het residuaire stelsel, dat voordeel afhankelijk te stellen van het bestaan van een voldoende band met België.
Wie der Gerichtshof in seinen Entscheiden Nrn. 110/2006 vom 28. Juni 2006 und 48/2010 vom 29. April 2010 bereits hervorgehoben hat, konnte der Gesetzgeber in Anbetracht der nicht beitragspflichtigen Beschaffenheit der residualen Regelung berechtigterweise diesen Vorteil vom Bestehen einer ausreichenden Bindung zu Belgien abhängig machen.