Traduction de «nr 1224 2009 afgegeven vismachtiging » (Néerlandais → Allemand) :

Vaartuigen die in 2006, 2007 en 2008 met de grondbeug gericht op gaffelkabeljauw (Phycis blennoides) hebben gevist, mogen verder blijven vissen in het gebied ten zuiden van 44°00.00′ NB, op voorwaarde dat zij beschikken over een overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 afgegeven vismachtiging.
Schiffe, die in den Jahren 2006, 2007 und 2008 mit Grundlangleinen gezielte Fischerei auf Gabeldorsch (Phycis blennoides) betrieben haben, dürfen in dem Gebiet südlich von 44° N weiter Fischfang betreiben, sofern sie über eine gemäß Artikel 7 der Verordnung (EG) Nr. 1224/2009 erteilte Fangerlaubnis verfügen.

Voor de visserij in deelsector 28-1 moeten vaartuigen beschikken over een vismachtiging die is afgegeven overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.
Um in der Unterdivision 28-1 Fischfang zu betreiben, müssen Schiffe im Besitz einer nach Artikel 7 der Verordnung (EG) Nr. 1224/2009 erteilten Fangerlaubnis sein.

–worden opgenomen in een lijst van toegestane vaartuigen en beschikken over een vismachtiging overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.
–Sie werden auf einer Liste der zugelassenen Schiffe geführt und verfügen über eine Fangerlaubnis gemäß Artikel 7 der Verordnung (EG) Nr. 1224/2009.

c)het vaartuig of de vaartuigen die de visserijoperaties uitvoeren, een geldige vismachtiging hebben overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.
c)Die Schiffe, die die Fangtätigkeiten durchführen, verfügen über eine gültige Fangerlaubnis gemäß Artikel 7 der Verordnung (EG) Nr. 1224/2009.

27) "vismachtiging".: machtiging als bedoeld in artikel 4, punt 10, van Verordening (EG) nr. 1224/2009.
"Fangerlaubnis" ist eine Erlaubnis im Sinne von Artikel 4 Absatz 10 der Verordnung (EG) Nr. 1224/2009.

1. Om op westelijke horsmakreel te mogen vissen, moeten de betrokken vaartuigen over een overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 afgegeven vismachtiging beschikken.
1. Zur Befischung von westlichem Stöcker müssen die Fischereifahrzeuge im Besitz von Fanggenehmigungen sein, die gemäß Artikel 7 der Verordnung (EG) Nr. 1224/2009 erteilt werden.

2. In afwijking van het in lid 1 ingestelde verbod, kunnen vaartuigen die in 2006, 2007 en 2008 met grondbeugen gericht op gaffelkabeljauw hebben gevist, van hun visserijautoriteiten overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 een vismachtiging verkrijgen om die visserij verder te kunnen blijven uitoefenen in het gebied ten zuiden van 44°00,00' NB. Alle vaartuigen die deze vismachtiging hebben verkregen, gebruiken, ongeacht hun lengte over alles, bij het vissen in het in lid 1 genoemde gebied een operationeel, volledig functionerend, veilig VMS, dat volledig beantwoordt aan de toepasselijke voorschriften.
2. Abweichend von dem Verbot nach Absatz 1 können Schiffe, die in den Jahren 2006, 2007 und 2008 Fischfang mit Grundlangleinen auf Gabeldorsch (Phycis blennoides) betrieben haben, von ihren Fischereibehörden eine Fangerlaubnis gemäß Artikel 7 der Verordnung (EG) Nr. 1224/2009 erhalten, die ihnen gestattet, die betreffende Fischerei südlich von 44°00,00' N weiter zu betreiben. Alle Schiffe mit einer solchen Fangerlaubnis verfügen unabhängig von ihrer Länge über alles über ein uneingeschränkt betriebsfähiges und sicheres VMS, das beim Einsatz in dem in Absatz 1 genannten Gebiet in jeder Hinsicht den betreffenden Vorschriften genügt.

1. Om op westelijke horsmakreel te mogen vissen, moeten de betrokken vaartuigen over een overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (de controleverordening) afgegeven vismachtiging beschikken
1. Zur Befischung von westlichem Stöcker müssen die Fischereifahrzeuge im Besitz von Fanggenehmigungen sein, die gemäß Artikel 7 der Verordnung (EG) Nr. 1224/2009 des Rates (Kontrollverordnung) erteilt werden.

3. In afwijking van lid 2 mag de kapitein van een vissersvaartuig dat niet beschikt over een vismachtiging, horsmakreel aan boord hebben en het in artikel 2 genoemde gebied binnenvaren, als het tuig is vastgesjord en opgeborgen overeenkomstig de voorschriften van artikel 47 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 en aan de voorwaarden van lid 4 van dit artikel is voldaan.
3. Abweichend von Absatz 2 kann der Kapitän eines Fischereifahrzeugs, das nicht im Besitz einer Fanggenehmigung ist, mit Stöcker an Bord in das in Artikel 2 genannte Gebiet einfahren, sofern die Fanggeräte gemäß Artikel 47 der Verordnung (EG) Nr. 1224/2009 und unter den in Absatz 4 des vorliegenden Artikels genannten Bedingungen festgebunden und verstaut sind.