1. Wanneer de voorzitter van een comité overeenkomstig artikel 5, leden 3 en 4, van Verordening (EU) nr. 182/2011 beslist om een handeling aan het comité van beroep voor te leggen, stelt hij, onverminderd artikel 2, de leden van het comité en de permanente vertegenwoordigingen van de lidstaten (hierna „de permanente vertegenwoordigingen” genoemd) onmiddellijk in kennis van deze beslissing.
(1) Unbeschadet von Artikel 2 unterrichtet der Vorsitz eines Ausschusses, wenn er gemäß Artikel 5 Absätze 3 oder 4 der Verordnung (EU) Nr. 182/2011 beschließt, den Berufungsausschuss mit einer Sache zu befassen, unverzüglich die Ausschussmitglieder und die Ständigen Vertretungen der Mitgliedstaaten (nachstehend: „die Ständigen Vertretungen”) von seinem Beschluss.