Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «nr 2495 verwijten dezelfde bepalingen » (Néerlandais → Allemand) :

In het tweede middel, eerste onderdeel ervan, in de zaak nr. 5741 verwijten de verzoekende partijen de bestreden bepaling de diensten van advocaten aan dezelfde fiscale regeling te onderwerpen als alle leveringen van goederen en de dienstverrichtingen voor gewoon verbruik die aan de belasting zijn onderworpen, terwijl de leveringen van goederen en de dienstverrichtingen die bijdragen tot de daadwerkelijke verwezenlijking van grondrechten, om redenen van financiële toegankelijkheid van die grondrechten van de btw z ...[+++]

Im ersten Teil des zweiten Klagegrunds in der Rechtssache Nr. 5741 bemängeln die klagenden Parteien, dass die angefochtene Bestimmung für die Dienstleistungen von Rechtsanwälten dieselbe Steuerregelung auferlege wie für alle Lieferungen von Gütern und die Dienstleistungen zum gewöhnlichen Verbrauch, die der Steuer unterlägen, während die Lieferungen von Gütern und die Dienstleistungen, die zur tatsächlichen Umsetzung von Grundrechten beitrügen, wegen d ...[+++]


De beroepen in de zaken nrs. 6230 en 6233 hebben betrekking op dezelfde bepalingen en steunen op middelen die soortgelijk zijn aan de middelen opgeworpen in de zaken nrs. 6237, 6244 en 6247.

6230 und 6233 betreffen dieselben Bestimmungen und beruhen auf ähnlichen Klagegründen wie in den Rechtssachen Nrn. 6237, 6244 und 6247.


« Schendt artikel 356 van het WIB 1992, zoals ingevoerd bij artikel 2 van de wet van 22 december 2009 houdende fiscale bepalingen (B.S. 31 december 2009), zoals door het Hof van Cassatie in zijn op 13 februari 2015 (A.R. nr. F.13.0150.N) en op 26 [lees : 5] november 2015 (A.R. nr. F.14.0014.N) gewezen [arresten] in die zin geïnterpreteerd dat het de belastingadministratie toestaat aan de rechtbank een subsidiaire aanslag voor te stellen door binnen een termijn van zes m ...[+++]

« Verstößt Artikel 356 des EStGB 1992, eingeführt durch Artikel 2 des Gesetzes vom 22. Dezember 2009 zur Festlegung steuerrechtlicher Bestimmungen, in der Auslegung durch den Kassationshof in seinen Entscheiden vom 13. Februar 2015 (A.L. F.13.0150.N) und vom 26. [zu lesen ist: 5.] November 2015 (A.L. F.14.0014.N), wonach er es der Steuerverwaltung ermöglicht, dem Gericht eine Ersatzsteuer vorzuschlagen durch einfache Hinterlegung eines Schriftsatzes bei der Kanzlei innerhalb einer Frist von sechs Monaten nach dem Nichtigkeitsurteil, ohne den Nichtigkeit ...[+++]


De invoering, bij de bestreden bepalingen, van een forfaitaire bijdrage ten laste van de vennootschappen kan worden verantwoord op grond van de overweging dat, indien diegenen die de activiteit die zij in vennootschapsvorm uitoefenen, als zelfstandige zouden uitoefenen, zij gehouden zouden zijn tot betaling van de sociale bijdragen die krachtens het sociaal statuut der zelfstandigen verschuldigd zijn; de wetgever heeft overigens rekening gehouden met de omstandigheid dat de verlaging van de grondslag van die bijdragen precies voortvloeide uit het feit dat talrijke zelfstandigen zich aan de lasten die op natuurlijke personen wegen, hadde ...[+++]

Die Einführung eines pauschalen Beitrags zu Lasten der Gesellschaften durch die angefochtenen Bestimmungen ist dadurch zu rechtfertigen, dass, wenn Personen die Tätigkeit, die sie in Gesellschaftsform ausüben, als selbständig Erwerbstätige ausüben würden, sie verpflichtet wären, gemäß dem Sozialstatut der selbständig Erwerbstätigen Sozialbeiträge zu leisten. Der Gesetzgeber hat zudem den Umstand berücksichtigt, dass die Verringerung der Berechnungsgrundlage der Beiträge sich eben daraus ergeben hat, dass zahlreiche selbständig Erwerbstätige sich den Lasten entzogen haben, die auf natürlichen Personen ...[+++]


Aangezien artikel 7 van de bestreden wet een soortgelijke draagwijdte heeft als de bij het arrest nr. 158/2014 vernietigde bepaling en die twee bepalingen om dezelfde redenen in strijd zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, heeft de wetgever immers, door de aanneming van dat artikel 7, het gezag van gewijsde dat is verbonden aan het arrest nr. 158/2014 van het Hof geschonden.

Da Artikel 7 des angefochtenen Gesetzes eine ähnliche Tragweite hat wie die durch den Entscheid Nr. 158/2014 für nichtig erklärte Bestimmung und die beiden Bestimmungen aus denselben Gründen im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung stehen, hat der Gesetzgeber nämlich mit der Annahme dieses Artikels 7 die mit dem Entscheid des Gerichtshofes Nr. 158/2014 verbundene materielle Rechtskraft verletzt.


Aangezien de tweede en de derde verzoekende partij in de zaak nr. 6160 doen blijken van een belang bij het beroep, is het niet noodzakelijk te onderzoeken of de eerste verzoekende partij in dezelfde zaak eveneens doet blijken van een belang om de vernietiging van de bestreden bepalingen te vorderen.

Da die zweite und die dritte klagende Partei in der Rechtssache Nr. 6160 ein Interesse an der Klage nachweisen, braucht nicht geprüft zu werden, ob die erste klagende Partei in derselben Rechtssache ebenfalls ein Interesse nachweist, um die Nichtigerklärung der angefochtenen Bestimmungen zu beantragen.


De verzoekende partijen in de zaak nr. 2495 verwijten dezelfde bepalingen dat ze een discriminatie in het leven roepen tussen de ambtenaren van de openbare politiediensten en de andere ambtenaren van de openbare diensten, aangezien aan eerstgenoemden, door de werking van de betwiste bepalingen, de waarborgen worden ontzegd die de wet aan laatstgenoemden verzekert door procedures te organiseren voor onderhandeling, overleg of raadpleging - waaraan de representatieve vakorganisaties deelnemen - in de aangelegenheden in verband met het a ...[+++]

Die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 2495 bemängeln, dass dieselben Bestimmungen eine Diskriminierung zwischen den Bediensteten der öffentlichen Polizeidienste und den anderen Bediensteten des öffentlichen Dienstes schaffen würden, da den Erstgenannten durch die angefochtenen Bestimmungen Garantien entzogen würden, die das Gesetz den Zweitgenannten gewährleiste, indem es Verfahren der Verhandlung, der Konzertierung oder der Befragung organisiere, einschliesslich der Mitbestimmung der repräsentativen Gewerkschaftsorganisationen, dies in bezug auf Sachbereiche des Verwaltungs- und Sprachstatuts sowie die Organ ...[+++]


In ondergeschikte orde voeren de verzoekende partijen in de zaak nr. 4191 tegen dezelfde bepalingen een vijfde middel aan dat is afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11, 22 en 191 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8, 12 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 2 van het Vierde Aanvullend Protocol bij dat Verdrag.

Hilfsweise führen die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 4191 gegen dieselben Bestimmungen einen fünften Klagegrund an, der aus dem Verstoss gegen die Artikel 10, 11, 22 und 191 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8, 12 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 2 des vierten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention abgeleitet ist.


In het tweede onderdeel van het vierde middel, afgeleid uit de schending van dezelfde bepalingen en gericht tegen artikel 6 van het bestreden decreet, verwijten de verzoekende partijen de bestreden bepaling eveneens dat zij de heffingsplichtige niet aanwijst.

Im zweiten Teil des vierten Klagegrunds, der aus einem Verstoss gegen dieselben Bestimmungen abgeleitet und gegen Artikel 6 des angefochtenen Dekrets gerichtet ist, bemängeln die klagenden Parteien ebenfalls, dass in der angefochtenen Bestimmung nicht der Abgabepflichtige bestimmt werde.


De verzoekende partijen in de zaak nr. 2546 verwijten de artikelen 3 tot 96 en 136 van de wet van 26 april 2002 bepalingen over te nemen of te bekrachtigen die, op discriminerende wijze, delegaties of subdelegaties in verband met bevoegdheden die de Grondwet aan de wetgever voorbehoudt zouden bevatten, met name de bepalingen opgenomen in de artikelen II. I. 11 en III. V. 1 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001.

Die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 2546 bemängeln, dass die Artikel 3 bis 96 und 136 des Gesetzes vom 26. April 2002 Bestimmungen kopierten oder bestätigten, die auf diskriminierende Weise Ermächtigungen oder Unterermächtigungen in bezug auf Zuständigkeiten beinhalteten, die durch die Verfassung dem Gesetzgeber vorbehalten seien, insbesondere die in den Artikeln II. I. 11 und III. V. 1 des königlichen Erlasses vom 30. März 2001 enthaltenen Bestimmungen.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'nr 2495 verwijten dezelfde bepalingen' ->

Date index: 2022-02-04
w