30. wijst erop dat een leven lang leren niet alleen de inzetbaarheid, maar ook de flexibiliteit en de geografische en beroepsmobiliteit van werknemers vergroot, hetgeen belangrijk is voor de werking van de interne markt; benadrukt dat stimuleren van het leren van een tweede (en derde) taal nuttig is voor een grotere arbeidsmobiliteit;
30. stellt fest, dass lebenslanges Lernen nicht nur die Beschäftigungsfähigkeit, sondern auch die Anpassungsfähigkeit sowie die geografische und berufliche Mobilität der Arbeitnehmerinnen und Arbeitnehmer erhöht, was für das Funktionieren des Binnenmarkts wichtig ist; stellt heraus, welchen Wert die Förderung des Erlernens einer zweiten (und dritten) Sprache als Erleichterung einer stärkeren Mobilität der Arbeitnehmer hat;